Friday, April 01, 2005

1 April

Planet MultiMedia 1 april 2005

Het is 1 april. De Paus ligt op sterven, Geert Wilders krijgt een beveiligde woning en stopt met het witten van zijn haar omdat het woord ‘doelwit’ een nare bijklank kreeg. Gmail gaat live, en Linus Torvalds gaat voor een topsalaris bij Microsoft werken. Op zo’n dag als deze is het moeilijk het kaf van het koren te scheiden. Welk bericht is een grap, en welk niet?

Dat bericht over Geert ‘Was ik maar zo slim als Pim’ Wilders staat natuurlijk bovenaan de verdachte lijst. Je weet het nooit met die man.

Google is ook een kandidaat want die jongens zijn altijd wel in voor een grapje. Volgens mij is die Gmail-introductie zo’n 1 aprilgrap met een dubbele bodem: Gmail gaat echt officieel in de lucht, terwijl iedereen denkt dat het weer zo’n Google-1-aprilletje is. Dat zou dan een herhaling zijn van vorig jaar, toen de Gmail beta ook op 1 april werd geïntroduceerd.

Het ongeloof was toen niet van de lucht, vooral vanwege de beloofde 1 gigabyte opslagruimte. Gmail bleek geen grap; de vacatures bij het Google Copernicus Hosting Environment and Experiment in Search Engineering (G-CHEESE) voor onderzoek voor zoekmachines in de ruimte wel.

Zo ook dit jaar. Gmails 2GB was geen 1 aprilgrap, maar Google Gulp weer wel. Google Gulp komt in een flesje, en zodra je dat aan je lippen zet, doorzoekt het je hele DNA om nog voordat de eerste slok binnenkomt de smaak van het drankje te optimaliseren. Toepasselijke grap, veel zelfspot en aandacht voor detail, met dingen als een privacy policy waarin ze beloven je DNA niet te grabbel te gooien en een FAQ met een hilarische uitleg waarom Gulp voorlopig niet uit de Beta-fase zal komen.

Maar de hoofdprijs gaat wat mij betreft dit jaar naar de iCopulate, waarmee ThinkGeek inhaakt op de iPod-accesoire-rage. De iCopulate laat twee iPods intiem met elkaar communiceren, wat de downloadsnelheid aanzienlijk verhoogt. Klinkt aannemelijk. Maar zoals het een goede 1-apriller betaamt, zijn er een paar weggevertjes. Zo is er de meegeleverde glijzalf, iLube, die eerst op de connector moet worden gesmeerd, en de aankoopprijs: $69.69. Niettemin ken ik daadwerkelijk een iPod-fan die er met open ogen is ingetuind. Dat spreekt boekdelen over het grenzeloze fanatisme waarmee iPodbezitters hun geliefde apparaatjes optuigen.

In het pre-internettijdperk was TV het ideale medium voor grootschalige 1-aprilgrappen. In het grappenmuseum staat op nummer 1 de uitzending van het BBC-nieuwsprogramma Panorama op 1 april 1957, waarin verslag werd gedaan van een grote meevaller bij de Zwitserse spaghetti-oogst. Die bleek te danken aan goed weer, en de geslaagde bestrijding van de gevreesde spaghettilarf. De uitzending bracht een lawine aan telefoontjes teweeg van mensen die ook zo’n spaghettistruik in de tuin wilden.

Maar nu is er internet. Neem bijvoorbeeld de actie van de Californische telefoonmaatschappij Southcoast Bellcom op 1 april 2002. Op die dag werd een persbericht verspreid dat telefoon- en internetlijnen schoongeblazen zouden worden. Abonnees werd gevraagd telefoons, faxen en modems van 2 tot 4 uur ‘s middags in een plastic zak te stoppen, omdat je anders kans liep dat er vuil je huis werd ingeblazen. Tot grote opluchting van velen werd erbij vermeld dat dit voor mobieltjes niet nodig was.

Zou daar anno 2005 nog iemand in tuinen? Ik vermoed van wel, met name onder ’s lands politici, waar digibetisme nog altijd hoogtij viert. Een paar weken terug bleek dit al uit de politieke reacties rond medicijnenverstrekking op het Internet. Met name bij de Tweede Kamer hebben ze het nog altijd niet begrepen, zoals kortgeleden nog bleek uit een e-mail wisseling waar ’s lands oproerkraaierssite Geenstijl.nl de hand op wist te leggen: Kamerleden vinden e-mails maar lastig, zo blijkt. Vooral de verzuchting van PvdA-Kamerlid Klaas de Vries is veelbetekenend: hij klaagt over de ‘werklast van wegklikken’.

Klaas komt aan het beantwoorden van al die e-mails van zijn stemvolk niet eens toe alleen al dat wegklikken veroorzaakt klaarblijkelijk pijn in het zitvlees. Even de helpdesk bellen, Klaas: misschien kunnen die je inbox schoonblazen!

Voorlopig is de grappenoogst van 2005 nog wat magertjes. Een paar Kamerleden zijn al gesignaleerd op weg naar Nieuwerkerk aan de IJssel, waar de robomeester zijn intrede doet. Althans, dat berichtte vorige week de Stichting ICT op School, die daarmee de definitieve oplossing bood voor het lerarentekort. Een gemiste kans, die robomeester. Een robo-imam had veel meer publiciteit gehaald. Hadden we meteen Geert Wilders weer eens uit zijn schuilhol gekregen.

En dat van die nieuwsberichten?
De Paus ligt echt op sterven, en afgezien van Fokke en Sukke (“Hierna mag ik de afstandsbediening, Sukke”) maakt niemand daar grappen over. Geert Wilders krijgt zijn beveiligde huis en heeft om die reden besloten zijn haar voorlopig nog wit te laten.

Ook de Gmail-introductie is echt. Maar Linus Torvalds, de kampioen van Linux en de Open Software-beweging, zal van z’n leven niet in dienst treden bij aartsvijand Microsoft. Bovendien heeft ie die grap al eens eerder uitgehaald, op 1 april 1998, toen hij de hele Linuxgemeenschap op stelten zette door het bericht de wereld in te sturen dat Microsoft zijn toenmalige werkgever Transmeta had gekocht.

Het blijft oppassen daarbuiten, zelfs voor doorgewinterde digerati...

Friday, March 18, 2005

Wilders en het 'Internetgebeuren'

Planet MultiMedia 18 maart 2005

Een depressieve patient die zelfmoord pleegt met pilletjes die haar zijn verstrekt na een e-consult, komt in het nieuws. Politiek Nederland, toch al niet gezegend met een overdaad aan intellect, raakt in paniek.

Minister Hoogervorst stamelt in de Kamer dat-ie niet had gedacht dat het ‘internetgebeuren’ zich zo snel zou ontwikkelen. Zijn VVD-partijgenoot Edith ‘Shooting from the Hip’ Schipper, waarschijnlijk de enige in Nederland die nog nooit een Viagra-spam heeft gezien, roept onmiddellijk dat we een regeltje moeten maken dat online medicijnenverstrekking tegengaat. Zeker weer zo’n type dat haar emails door de secretaresse laat uitprinten, denk ik dan.

Vooral van dat woord ‘internetgebeuren’ krijg ik uitslag op plaatsen die ik liever ongenoemd laat. Aan politici die op decennia afstand achter de feiten aanhollen, was ik al gewend sinds het beroemde voorval van de premier (Wim Kok) die een muis aanzag voor een afstandsbediening.

Maar gelukkig was daar deze week Geert Wilders, die beviel van zijn politieke geesteskind, de ‘Onafhankelijksverklaring’. Ha, dacht ik, eindelijk weer eens een populist aan het werk. Sinds Dean en Kerry, beiden raspopulisten, heb ik zulke jongens hoog in het snotje waar het internetgebruik betreft. Howard ‘I Have a Scream’ Dean heeft baanbrekend werk verricht door in de Amerikaanse voorverkiezingen vanuit het niets naar een koppositie te stormen door slim internetgebruik. En John ‘No Go’ Kerry heeft via internet zoveel geld weten binnen te halen, dat ie Bush industriegefinancierde megafonds naar de kroon stak.

Maar wij hebben nu Geert ‘Was ik maar zo slim als Pim’ Wilders. Vol verwachting surfte ik naar zijn website, want die heeft ie: www.groepwilders.nl. Inmiddels loopt over de homepagina van zijn site een banner met ‘onafhankelijkheidsverklaring', maar eerder deze week was dat nog niet het geval. De menu’s in de marge bieden weinig houvast. Geen nood, er is een zoekoptie. Maar als je daar ‘onafhankelijkheidsverklaring' intoetst, krijg je na 0.0013 seconden precies nul pagina’s. Zelfs de nieuwe banner heeft daaraan niets veranderd. Gemiste kans, trouwens, die mededeling “nul pagina’s”. Daar had op zijn minst iets Google-achtigs kunnen staan, zo in de trant van “‘Onafhankelijkheidsverklaring’ levert geen resultaten op. Zocht u misschien ‘Eigenpijperij’?”

Maar dankzij de banner is Geerts geesteskind nu toch te vinden. Daar aangekomen wacht echter een nieuwe teleurstelling. Probeer maar eens te zoeken op ‘internet’, ‘email’, ‘techniek’ of ‘technologie’: het levert exact nul komma niets op. Alleen het woord ‘technocraten’ komt eenmaal voor, als een sneer richting Europese regelgevers. ‘Online’, ‘virtueel’, ‘cyber’, ‘e-‘, vergeet het maar. Het is alsof er de laatste vijftien jaar helemaal niets op dat terrein is gebeurd.

Geert ‘Was ik maar zo slim als Pim’ begint zijn manifest met de mededeling dat de buitenwereld wellicht denkt dat hij alleen maar een ‘anti-islampartij’ op het oog heeft. ‘Niets is minder waar’, vervolgt hij, om onmiddellijk verder te gaan met de ernst van ‘de problemen met betrekking tot de (radicale) islam’.

Bepaald nog geen allrounder, die Geert. Waterstofperoxide, islam, en nu ook vrijheid (althans volgens zijn nieuwe geesteskind) vormen zijn kernthema’s, maar de vrijheid van ‘het internetgebeuren’ is nog niet in volle omvang tot hem doorgedrongen.

Speciaal voor Geert volgt hier daarom een woordenlijstje. Beetje beknopt Geert, maar het is een begin.

D
Digerati
De nieuwe elite. Afgeleide van het aloude 'literati', het type hoogopgeleiden dat de literaire cafés bevolkt. Ook wel 'digikids' genoemd, maar deze term is inmiddels achterhaald (zie onder 'u of jij?').

Digibeten
Het tegengestelde van digerati. Het woord is niet voor niets afgeleid van analfabeten. Komt niettemin ook voor onder hoogopgeleiden, vooral advocaten, captains of industry, en geldt ook voor Wim Kok. Voor digerati als u en ik is het moeilijk voor te stellen dat er anno 2005 nog steeds mensen zijn die nooit een PC (willen) aanraken. Maar pas op: zij regeren ons.

E
E-consult
Het online raadplegen van een arts. Bestaat in de praktijk uit het uitwisselen van emails. Biedt de mogelijkheid om te liegen zonder de arts in de ogen te hoeven kijken. Tuint ie er desondanks niet in, dan kun je altijd nog zonder recept aan medicijnen komen. Gewoon even je spamfilter uitzetten.

H
Helpdesk
Begint met de letters h-e-l. Dat spreekt al boekdelen. George Bush die tijdens een speech op het punt staat een moeilijk woord uit te spreken, laat zich het best beschrijven als: 'Hij ziet eruit alsof hij op het punt stond de helpdesk te bellen.' Onontkoombaar, verschrikkelijk om te moeten doen, en het lost niets op. Zie ook 'voice respons'.

N
Netiquette
Nieuw hoofdstuk in een toekomstige editie van Amy Groskamp-Ten Have. Hoe presenteer ik mij op het net? Voor diegenen die een boekje met regels nodig hebben om te begrijpen dat je op je site alleen een zoekfunctie biedt als ie werkt. Of dat forwarden inclusief een stuk of tien voorgaande emails ongeveer net zo onbeleefd is als tijdens een klasssiek concert in je oor peuteren met de antenne van je smartphone.

U
U of jij?
Belangrijke vraag voor Internet-publicisten. Wordt steeds acuter door de massale opkomst van surfende senioren.

V
Voice Respons
Een van de redenen waarom ik vaak de 'p' in helpdesk vergeet. Vooral in trek bij Amerikaanse softwarefirma's en Nederlandse Internetproviders. Genoeg hierover. Brrr.

W
Waterstofperoxide
Zie onder ‘u of jij?’

Z
Zoekmachine
Ander woord voor ‘Google’.

Overigens zijn ook de niet-populisten onder ’s lands politici van harte uitgenodigd dit woordenlijstje gratis te raadplegen. Kunnen ze Geert ook in de toekomst van repliek dienen.

Friday, March 04, 2005

Onveilige seks op het web

Planet MultiMedia 4 maart 2005

Het web begint steeds meer te lijken op de homoscene: veilige vrijers versus thrillsurfers.

Aan de ene kant heb je de Veilige Vrijers, mensen die een stabiel bestaan leiden, relaties hebben met een paar websites die ze al heel lang kennen en voor het overige hun firewalls, virusscanners, spywaredetectors en spamfilters op maximum hebben staan. Geen virus komt erin, safety first is hun motto. Veilige Vrijers gebruiken bij voorkeur Firefox en downloaden trouw al hun beveiligingsupdates op het moment dat het icoontje in de taakbalk verschijnt.

Het andere uiterste zijn de thrillsurfers. Die zoeken bewust het gevaar, hebben een Windows-PC met Internet Explorer en laten de Microsoft-patches bewust links liggen. Firewalls, spamfilters en wat dies meer zij, daar doen ze niet aan. En als er een phishing email binnenkomt, dan klikken ze bewust op de link en vullen al hun creditcard-gegevens in. Pornosites worden veelvuldig bezocht en bij ieder verdacht venstertje dat oppopt wordt op 'OK' gedrukt.

Aan die thrillsurfers moest ik denken toen ik de krantenberichten over darkrooms las, plaatsen waar volkomen onbekenden elkaar in het donker bespringen tijdens zogenaamde "barebacking-party's". Deelnemers aan deze offline vorm van thrillsurfen krijgen naar het schijnt een stijve bij het idee dat ze zo dadelijk misschien worden besprongen door iemand die misschien wel met HIV is geïnfecteerd, een vorm van Russische roulette die ze de 'Kiss of Death' noemen, of 'the Ultimate Fuck'.

Onze Lieve Heer heeft rare kostgangers, zei mijn moeder vroeger altijd. Dat kan wel zijn maar je blijft je verbazen. 'Op ieder potje past een dekhengst' lijkt me in dit geval meer van toepassing. Ook krijgt de term 'rugzak' ineens een nieuwe betekenis.

Maar feit blijft dat ze bestaan, net als die onveilige surfers. Ook een feit is dat je dan binnen de kortste keren geïnfecteerd raakt. Bij proefnemingen worden door virusbeveiligingsbedrijven regelmatig tijden van een kwartier tot een half uur genoteerd. Waag je je zo lang (of eigenlijk: kort) onbeschermd op het Net, dan ben je de klos. 'The Ultimate Surf', zullen we maar zeggen.

'Maar het verschil is dat je er niet dood aan gaat,' hoor ik iemand roepen. Niet dood, nee, maar je wordt wel een zombie. Dat is de straf voor mensen die de Kiss of Death hebben ontvangen van een spammer, phisher of barebacker. Vanaf het moment dat ze zijn geïnfecteerd waren ze als een zombie over het net, hun ziel (nou ja, CPU dan) behoort de Duivel toe en wordt God weet waarvoor gebruikt. Waarschijnlijk komen al die zombie-PCs 's nachts bij elkaar op barehacking-party's, zeg maar het tegenovergestelde van Denial of Service. 'At your service' is meer to the point.

Van Apple-surfers hoor je nooit iets. Het zijn de hetero's van het internet. De kans dat ze tijdens het surfen worden geïnfecteerd is heel klein, en aan barebacking doen ze al helemaal niet. 's Avonds, als de zombies op het net rondwaren, gaan ze niet eens meer surfen, maar kruipen ze met een glas wijn en een iPod voor de buis. Die is nog schoon en zal pas geïnfecteerd raken tegen de tijd dat KPN ook alle TV-signalen via het internet verspreidt.

En dan heb je nog de Derde Wereld. Daar doen ze niet aan darkrooms, want daar wordt iedereen in het donker gehouden qua HIV-voorlichting. Mensen raken er geïnfecteerd door gebrekkige middelen en onvoldoende voorlichting. In het geval van websurfen laat zich dat vertalen als verouderde Windowsversies en onvoldoende beveiligingsupdates, want daar doet Microsoft niet meer aan voor arme sloebers. En dan maar klagen dat steeds meer spam vanuit Derde Wereldlanden wordt verspreid!

Toch valt er ook nog iets goeds te melden bij al die parallellen tussen spam, virussen en HIV, zoals uit recent nieuws over Microsoft en HIV-bestrijding blijkt. HIV-bestrijders kijken namelijk steeds sterker naar spambestrijders tijdens hun zoektocht naar manieren om HIV-verspreiding tegen te gaan. Spamvirussen verspreiden zich namelijk op dezelfde manier als hun ziekteverwekkende tegenpolen, en er valt voor medici schijnbaar veel te leren van de steeds geavanceerdere methoden die worden bedacht door computervirusbestrijders.

Een-nul voor nerds versus artsen? Misschien. Maar het zou me niet verbazen als de computerjongens nog een truc of twee van de HIV-bestrijders zouden kunnen leren. Een suggestie heb ik al: jaag spamcriminelen een darkroom in tijdens een barebacking party.

Friday, February 18, 2005

Retro-fundamentalisme

Planet MultiMedia 18 februari 2005

In 1885 kocht een jonge zakenman een zeepfabriek. In die tijd werd zeep in de vorm van lange staven verkocht aan winkels, waar je dan een stukje kon laten afsnijden om mee naar huis te nemen.

William Hesketh Lever, de jonge zakenman, bedacht dat je die stukjes ook in de fabriek kon afzagen en individueel verpakken met een merknaam erop. De individueel verpakte stukjes werden aan de winkels verkocht onder de merknaam Sunlight, die stond voor gegarandeerde kwaliteit. Dit was het begin van de moderne marketing en van Unilever.

Je zou zeggen dat dat al een tijdje achter ons ligt, maar nee hoor. Mijn oog viel op een stukje in Marketing Tribune over de Lush-winkels, die kennelijk grote furore maken. Waarom? Omdat schoonmaak- en verzorgingsartikelen er vers uitgestald liggen. In plaats van verpakkingen uit de supermarkt, zaag je daar stukken van een blok zeep af, en dat vreten de lezertjes.

Tsja, denk ik dan, in de mode keert alles ooit terug, maar je kunt ook overdrijven.

Alleen, volgens mij is het geen overdrijving maar een nietsontziende trend. Inmiddels loopt het aantal nieuwe auto-ontwerpen met een jaren-zestig-jasje al in de vele tientallen en is de serie ‘Toen was geluk heel gewoon’ over jaren-vijftig-geluk niet van de buis te branden. Met een nieuw ontworpen Mini, of een New Beetle kan ik nog leven. Maar als ik iemand tegenkom van wie de mobiele telefoon afgaat, waarna ik vervolgens een ouderwetse bakelieten hoorn uit de broekzak tevoorschijn zie komen, zakt bij mij de moed in de Hush Puppies.

Retro-design heet dat dan, want dat klinkt cool. Maar wat is er cool aan stukken zeep in de winkel die je zelf moet afzagen, of een bakelieten hoorn aan je oor? Met draad welteverstaan, niks Bluetooth! Niet draadloos maar wel een draadje los, denk ik dan. Kennelijk verlangen we allemaal terug naar de goeie ouwe tijd, behalve dan dat die helemaal zo goed niet was.

Kijk, bij zo’n buizenversterker kan ik me nog iets indenken. Puur voor de liefhebber want een beetje apparaat kost een euro of tienduizend, om over de elektriciteitsrekening nog niet te spreken want je moet’m aan laten staan - maar ik ken diverse extreme audiofielen die mij bezweren dat er nog steeds niets beters aan de horizon is, analoog, digitaal, kolengestookt, of anderszins.

Maar waar ik bang voor ben, is dat we straks de buizencomputer weer voor onze kiezen krijgen. Klinkt stupide, zo’n kamervullende energieverslindende hittebron, maar denk even aan die bakelieten hoorn: daar is kennelijk ook een markt voor.

‘Design’ betekent volgens mij dat je zelf iets ontwerpt, in plaats van even naar het museum te lopen om een afgietsel te maken. Ik noem het dan ook geen retro-design maar retro-fundamentalisme. Klinkt onschuldig, maar is het dat ook?

Dit soort flauwekul is voor mij regelrecht vergelijkbaar met de terugkeer naar religieus fundamentalisme bij op het oog moderne wereldburgers. Die vind je zo langzamerhand met honderden miljoenen tegelijk in de Verenigde Bush-Staten, de christenvariant, en de Arabische landen, de moslim-tegenvoeters.

In mijn donkere momenten (bijvoorbeeld als ik tegenwoordig een column van Youp van’t Hek lees en nog niet bij het eindzinnetje ‘het leven is wel leuk’ ben aangekomen) denk ik dat de technologie op het moment misschien een tikje te snel gaat. De razendsnelle ontwikkeling van het internet, Google, mobiele telefoons en God weet wat nog meer (sorry, fundamentalisten) slaat mensen los van hun ankers.

Vervolgens gaan ze op zoek naar zekerheden, en vallen in de armen van godsdienstfanaten die roepen dat vroeger, toen die godsdiensten net waren uitgevonden, alles beter was.

Waar dat allemaal heen gaat? Ik weet het niet. Voor mijn geestesoog zie ik gesluierde vrouwen met een bakelieten hoorn aan hun oor op straat rondlopen. In de New Beetle van hun man mogen ze niet rijden want dat is voor vrouwen verboden. Hun niet-gesluierde vriendinnen zitten in het Amerikaanse Midwesten achter de buizencomputer internetrecepten op te vragen voor als manlief thuis komt. ’s Middags gaan ze in hun nagelnieuwe retro-Ford Mustang naar de winkel om een stuk zeep af te zagen, en naar het buurtcentrum voor een cursus Denial of Service-aanvallen op abortuskliniek-websites, of een lezing over verspreiding van het evangelie via blogs.

Met een schok werd ik weer wakker. Ik keek op mijn Nokiaatje hoe laat het was, pakte mijn iPaq erbij voor het laatste nieuws en ging naar de supermarkt waar alle zeep gelukkig nog kant en klaar verpakt op de schappen stond.

Het leven is wel leuk, dacht ik, en ik zou het hebben opgeschreven als Youp van’t Hek me dan niet terecht van plagiaat had kunnen beschuldigen. Bovendien klinkt het net een tikje te retro.

Friday, February 04, 2005

Mobiele besognes

Planet MultiMedia 4 februari 2005

Iedere krantenredacteur kent ze: de bedrijven en bureaus die studies doen naar de meest onzinnige dingen, zoals de hoeveelheid navelpluis die we met z'n allen op jaarbasis produceren en de de bijdrage die dat levert aan de afvalberg.

Als je even wat paginavulling nodig hebt, het is komkommertijd of gewoon even een slappe dag, maakt niet uit: je kunt altijd nog grijpen naar de nijvere onderzoeker die heeft uitgezocht hoeveel varianten er zijn van de America Online 600 uur gratis-schijfjes (1647).

Voor wie zich afvraagt waar die continue stroom van onderzoeken voortdurend vandaan komt, is hier het antwoord: het Instituut voor Studie naar het Onzinnige, Voor de Hand Liggende en Absurde (ISAVHLO). Het ISAVHLO neemt een ereplaats in op krantenredacties: het probate, onfeilbare middel tegen witte plekken.

Vorige week was het de beurt aan Pointsec, een bedrijfje dat beveiligingssoftware maakt. Daarnaast houdt Pointsec zich als volwaardige leden van het ISAHVLO al een paar jaar onledig met wereldwijd uitzoeken wat mensen in taxi's laten liggen. Zo vlak na de zondvloed en voor de Iraakse verkiezingen was het even stil, en zo weten we nu dat we met z'n allen jaarlijks 11.300 laptops, 31.400 zakcomputertjes en ruim 200.000 mobiele telefoons op de achterbank achterlaten.

De grootste groei, zo'n 200 procent, zat 'm in de zakcomputers. De verkoopgroei van die dingen stagneert al jarenlang, wat niet verwonderlijk is gezien de gebrekkige functionaliteit. Hoe is dat te rijmen? Wel, pas de laatste tijd verschijnen er versies waarmee je wat beter uit de voeten kunt, zoals de nieuwe iPAQs en de Nokia 9500.

Maar ik heb evenwel zo'n donkerbruin vermoeden dat mensen die dingen moedwillig achterlaten, in de hoop dat de baas een nieuwe koopt die wel voldoet.

Onze vrienden van Pointsec hebben zelfs uitgezocht of er nationale verschillen optreden. Die zijn er: Londenaren verliezen vaker laptops, Kopenhagenezen hun mobiele telefoons. En Chicago is kennelijk de stad waar de behoefte aan nieuwe modellen zakcomputers het grootst is.

Al deze wereldwijde conclusies plus wat sappige details over andere achtergelaten voorwerpen, zoals melkflessen, kunstbenen en een baby, werden vrolijk gerapporteerd in de wereldmedia van Reuters tot Yahoo!, naar verluidt op basis van een steekproef onder 1.000 taxichauffeurs in negen steden. Dit onderzoek levert dan ook twee onomstotelijke conclusies op:

1. het was vorige week wel erg stil in de afdeling nieuwsgaring;
2. als je zinnige uitkomsten wilt, moet je nooit van z'n leven een beveiligingssoftwarebedrijf onderzoek laten doen.

De enige zinnige conclusie die je wel kunt trekken, is de Voor de Hand Liggende: er is kennelijk een toenemend probleem om alle gadgets die je tegenwoordig op je persoon draagt, in de gaten te houden. Telefoon, zakcomputer, bluetoothsetje, iPod, het worden er alsmaar meer.

En dan heb ik het nog niet eens over een ander alsmaar groter wordend probleem: hoe blijf je opgeladen? De tijd die ik per dag besteed aan laders in en uit het stopcontact halen, apparaten verwisselen en wat dies meer zij, durf ik niet meer bij te houden.

Maar gelukkig is hulp onderweg. We hadden al een tijdje het eVest, een kledingstuk met tientallen zakken en zakjes, voorzien van handige kleppen, ruimte voor draden en een hele reeks slimme voorzieningen die het leven van de gadget freak veraangenamen. Je loopt er wel bij als een complete nerd, maar vooruit.

Maar cyberkleding wordt nu ook mainstream. Levi's en kledingmerk Gap hebben al verscheidenen kledingstukken in de markt die rekening houden met persoonlijke electronica. Gap heeft zelfs een jack met luidsprekers in de kraag voor wie niet van hoofdtelefoons houdt. En voor wie dat allemaal nog te nerdy is, heb je de Mobile Pants van Dockers. Die hebben een paar extra zakken die zeer discreet zijn weggewerkt, waardoor de broek niet van een gewone is te onderscheiden. En het handigste is nog de antistralingsbekleding van de broekzakken, voor diegenen onder ons die bang zijn voor scrotale mobiele telefoonhypothermie, ofwel kruisbestraling.

En dat van die laders dan? Ook daarvoor is een oplossing: de cyber-rugzak. Die biedt niet alleen ruimte aan een laptop en talloze andere apparaten, maar heeft bovenop een zonnepaneel en ingebouwde trafo's, zodat de apparaten die erin zitten meteen kunnen worden bijgeladen. Nu nog een satellietantenne en je kunt vrij en onvertogen maar toch online de wildernis in.

Wie dat te ver vindt gaan, raad ik aan nog een jaartje of twee, drie te wachten: dan komen de draagbare computers...

Friday, January 21, 2005

Cool en uncool

Planet MultiMedia 21 januari 2005

Elektronische hebbedingetjes overspoelen de markt. In die onoverzichtelijke warboel wordt het steeds belangrijker te weten wat nu eigenlijk cool is, en wat niet.

Het leven van de gadgetfreak wordt steeds onoverzichtelijker, zeker nu iedereen ook nog eens allerlei willekeurige functies met elkaar begint te combineren. Van een telefoon met ingebouwde camera kijkt geen mens meer op. Steeds meer fotocamera's zijn tegelijk ook filmcamera's. Zakcomputers worden vermomd als telefoons en mobiele telefoons komen in de gedaante van zakcomputers. Kortgeleden is de eerste telefoon met ingebouwde hard disk gesignaleerd.

Om de functies gaat het niet meer: je kunt zo langzamerhand alles krijgen wat je hebben wilt, in iedere mogelijke vorm. Waar het werkelijk om gaat, is waar je mee gezien kunt worden, en waarmee niet. De scheidslijn tussen erbij horen en sociaal isolement: wat is cool, en wat niet?

Mobieltjes
Vroeger was het makkelijk: Nokia was cool, al het andere niet. Tegenwoordig ligt het wat minder eenvoudig. Nokia is de weg kwijt, en slingert met zijn modellen alle kanten op. Cool zijn 'traditionele' Nokia’s, zeg maar de modellen die met een '3' of een '6' beginnen; uncool zijn de overmatig vormgegeven 7200-modellen; maar ook, en vooral, de 7610. Het is geen toeval dat Nokia die destijds heeft geprobeerd te promoten met de 'Fashion Squad'-commercial, de meest uncoole mobieltjesreclame die ooit het luchtruim heeft gekozen. Fout zijn ook vrijwel alle Motorola's, en Japanse en Koreaanse modelletjes met glimmende knoppen en randen.

Maar de concurrentie heeft niet stilgezeten: terug van weggeweest is Sony Ericsson met een reeks mooie, heldere en vooral functioneel vormgegeven toestelletjes, de 600-, 700- en 900-series. Niemand hoeft zich te schamen om daarmee gezien te worden.

Digicado's
Extreem uncool, ongeacht het merk, is een telefoon aan de broekriem. Dat geldt ook voor het onnodig lang op je hoofd laten zitten van bluetooth hoofdsets, met name die met een microfoon op een stengel voor je kaak langs.

Toppunt van uncool zijn digicado's (digitale apparatenliefhebbers met het verstand van een avocado) die het bestaan om met respectievelijk een telefoon, een zakcomputer EN een etuitje voor een Bluetooth hoofdsetje aan hun riem rond te lopen, met het Bluetooth-setje op het hoofd. Ik denk dan altijd aan de Borgs uit Startrek.

PCs en laptops
Da's een simpele: Windows is uit, Apple is in. Wie twijfelt, moet eens de optredens vergelijken tussen Bill Gates, die de keynote gaf tijdens de megabeurs CES, en Steve Jobs, die de tegenwoordigheid van geest had om CES te mijden als de pest, en twee weken later schitterde op zijn eigen feestje, MacWorld.

Tijdens Bills keynote in Las Vegas ging er weer van alles mis: onze supernerd heeft daar zo langzamerhand het patent op. Het was ontluisterend om te zien hoe de van iedere vorm van charisma gespeende Gates met zijn houding geen raad wist terwijl zijn aangever, de komiek Conan Obrien, er nog het beste van probeerde te maken. En dan mag je nog van geluk spreken dat Gates er als een dood vogeltje bij zat, want dit is wat er gebeurde toen hij twintig jaar geleden voor het laatst cool probeerde te zijn.

Nee, dan Steve Jobs, die gehuld in spijkerbroek en supercoole zwarte semi-coltrui een soepele show ten beste gaf, waarin absoluut niets misging en zelfs doorgewinterde persmuskieten de tranen in de ogen schoten van ontroering. Geen middel werd geschuwd. De ontroering werd teweeggebracht door een demo van Apples nieuwe diashow-software, waarvoor een baby-album als onderwerp was gekozen, begeleid door sentimentele klanken. That's entertainment!

En dat waren dan nog de shows. Wie wil weten of dat ook geldt voor de apparaten zelf hoeft alleen maar een blik te werpen op de nieuwste iMacs en Powerbooks, en dan even (een microseconde of zo) de instituutbeige en mortuariumgrijze PCs voor de geest halen die door de Dells en HPs van deze wereld worden uitgevent. Vooral dat beige is een onfeilbaar teken van gebrek aan verbeeldingskracht: het is namelijk de kleur van de allereerste PC uit 1981, destijds door IBM gekozen uit oogpunt van goedkoopte en neutraliteit. Daarmee anno 2004 nog altijd worden gesignaleerd is ronduit dodelijk!

Zakcomputers
Over het cool of uncool zijn van zakcomputers zijn de stijlgeleerden het nog niet eens. iPAQs, Palms en XDA's neigen naar het uncoole, maar met een Nokia Communicator mag je weer gezien worden. Vooral de 9500 is een mooi apparaat. Tenzij je voor TNT werkt, overigens, want dan krijg je er eentje van de baas met een oranje voorkant en kun je niet meer naar verjaardagsfeestjes, omdat je het gevaar loopt gebeld te worden.

MP3-spelers
Kort en goed: iPods zijn het toppunt van cool. iPod Shuffles ook, maar alleen als je al een iPod of iPod Mini hebt, en het shuffeltje gebruikt tijdens het joggen. iPods zijn zo enorm cool dat ze zelfs aan de broekriem mogen, als enige uitzondering; maar dan alleen tijdens actieve sportbeoefening.

Uncool zijn Aziatische modelletjes, net als bij de telefoons. Veel glimmers, barokke vormgeving en onnodige rondingen. Goedkoop, dat wel. Het zijn de Daewoos onder de spelers, en daarmee is eigenlijk al alles gezegd. Uitzondering vormen de Creative Zen Micros, maar die zijn weer uncool omdat ze schaamteloos de iPod-vormgeving proberen te kopiëren.

Wellicht ten overvoede: horloges met ingebouwde mp3-spelers zijn natuurlijk uit den boze. Nog los van de meer dan gruwelijke vormgeving, heb je dan ook nog een draad van je pols naar je oren lopen. Geen gezicht 2005! Tenzij je al een telefoon, zakcomputer en Bluetooth hoofdsetje aan je broekriem hebt hangen, natuurlijk.

Tip: budget cool. Als je cool wilt rondlopen maar je geen iPod kunt veroorloven, dan koop je het goedkoopste spelertje dat je kunt vinden, plus een een stel witte oortelefoontjes (verkrijgbaar als los accessoire). Stop de speler onder je kleren, witte draad langs je kraag, witte plugjes in de oren en je kunt je zonder problemen onder de mensen begeven. Veel cool luisterplezier!

Friday, January 07, 2005

Broekzakzaken

Planet MultiMedia 7 januari 2005

Telefoon in de broekzak, toetsenbord niet op slot, onverhoeds worden er knoppen ingedrukt en de telefoon gaat een eigen leven leiden....

De eigenaar ziet het uitsluitend achteraf, aan de telefoonrekening, als dat met die tarieven van tegenwoordig al opvalt, maar aan de ontvangstkant is de ervaring wat directer. SMSjes met een paar betekenisloze letters erin, of mysterieuze telefoontjes van bekende nummers (meestal zijn het voorgeprogrammeerde nummers die zo worden gebeld) waarbij je wat gemoffelde geluiden of gespreksflarden te horen krijgt.

Laatst kreeg ik weer zo'n broekzaktelefoontje. Het vervelendst vind ik dat soort dingen altijd in de winter, als de kleding wat zwaarder is gevoerd en je absoluut niet kunt verstaan wat er wordt gezegd. Het is al erg genoeg dat zo iemand er ongewild voor zorgt dat je voor joker 'hallo' in je telefoon zit te roepen. Het minste wat er tegenover kan staan is wat stiekem amusement. Genante ontboezemingen, roddels en achterklap hebben zo al menigmaal hun weg gevonden naar oren waarvoor ze absoluut niet bestemd waren. Wat te doen in situaties waarbij de telefoon van een kennis bij het uittrekken van de broek begint te bellen. Nieuwsgierigheid vrij baan geven, of het ding besmuikt uitzetten?

Ik voorspel dat dit allemaal nog veel erger gaat worden. Telefoons krijgen steeds meer functies, die (gelukkig) steeds makkelijker toegankelijk zijn. Gevolg is dat die functies ook steeds makkelijker per ongeluk worden geactiveerd. Neem nu zo'n smartphone: niet alleen agenda, to-do-lijstjes en adressenbestanden, maar ook een camera, vaak zelfs met beperkte videorecorder -capaciteit.

Zie je't al voor je? Er is maar een beetje fantasie nodig om te bedenken wat er allemaal kan gebeuren als een videorecordertoets wordt ingedrukt en de camera net in een gevoelige positie in staat is om de nodige onthullingen te doen.

Vergezocht? Misschien. Maar tegenwoordig verschijnen er steeds meer Windows PocketPC-telefoons op de markt a la de O2 XDA. Dat zijn handcomputertjes met volledige PC-functionaliteit, een Windows-systeem en een touch-screen. Dat is een combinatie waar Engelsen een geweldige uitdrukking voor hebben: 'recipe for disaster,' ofwel rampenrecept.

Windows, dat is dat bedrijfssysteem dat op de markt wordt gebracht door Microsoft, een firma die als bedrijfsfilosofie heeft dat je eerst zoveel mogelijk functies inbouwt en dan pas aan beveiliging begint te denken. Aanvankelijk werkt het systeem niet, maar bij versie drie begint de zaak al aardig te functioneren (Windows PocketPC is net aan zijn derde versie toe). Hooguit bij versie vijf komt veiligheid om de hoek kijken.

Een touchscreen is een scherm dat bij de geringste aanraking al allerlei commando's begint uit te voeren. Mix dat met Windows en voeg er een zendtoets aan toe. Ziehier het rampenrecept. Moet ik het uittekenen?

Nokia heeft dat goed gezien en doet nog altijd niet met de touchscreen-rage mee. Wel hebben ze de Communicator op de markt, die pas geavanceerde functies begint uit te voeren als je'm openklapt. Dat brengt weer andere nadelen met zich mee, die blijken uit de bijnaam van het ding: de Baksteen.

De geschiedenis leert dat we op bakstenen niet zitten te wachten, maar wel graag worden verleid door gebruikervriendelijkheid. Dat we daarbij al te gemakkelijk de veiligheid uit het oog verliezen, blijkt uit de alomtegenwoordigheid van Windows.

Ergens in 2006 gaat mijn telefoon over. Ik neem op, en krijg op mijn scherm te zien wat er aan de andere kant gebeurt. Uit het luidsprekertje schalt de muziek die de broekzakbeller net had opstaan. De telefoon heeft gezichtsherkenning dus onderaan mijn scherm rollen de contactgegevens langs van de personen die erop te zien zijn. Wat wil een mens nog meer?

Vroeger lag de humor op straat. Daar is ‘ie al een tijdje niet meer te vinden. Maar binnenkort maak ‘ie een enorme comeback in mobiele telefoons.