Friday, October 29, 2004

Pluimhoeden en doemdenkers

Planet MultiMedia 29 oktober 2004

Achter de jaarlijkse lintjesregen zit een ijzeren logica: hoe onbenullig iets of iemand ook is, als het maar lang genoeg heeft geduurd, went het op den duur vanzelf en ga je jezelf er zelfs een beetje aan hechten. Persoonlijk heb ik dat altijd met Pieter van Vollenhoven.

Vroeger bracht hij bij mij lichte braakneigingen teweeg, vooral als hij achter een vleugel plaatsnam. Nu tovert hij een glimlach van herkenning op mijn gezicht. Ach, daar heb je die goeie ouwe Pieter weer.

Met de maandelijkse vuiligheidspatch van Microsoft begin ik hetzelfde te merken. Het went. Als het icoontje verschijnt om te downloaden, heb ik al een beetje dat Pieter van Vollenhoven-gevoel, en ooit zullen we het wellicht gaan zien als een alleraardigste traditie, een teken des tijds, zooo Nouveau Millennium.

Parlementswachters
Ik moest daaraan denken toen ik las over de nieuwe veiligheidsmaatregelen rond het Britse Lagerhuis. Het eerbiedwaardige instituut was zo lek als een mandje, en wordt nu omgetoverd tot een moderne high-tech veiligheidskooi. Een neveneffect is dat de traditionele Guards, die al eeuwen voor de beveiliging zorgden, worden afgeschaft. Ze stonden in de weg. Laat dat maar eens op je inwerken.

Die Microsoft-patches, dat zijn de pluimhoeden van de softwarebeveliging. De gemiddelde toerist tuint er met open ogen in. Ik kan me nog herinneren dat we als kind met ontzag tegen die bewakers opkeken. Ze zagen er wel raar uit, maar aan hun strakke blikken kon je zien dat ze in geval van nood hun mannetje zouden staan. Geen onverlaat kwam erlangs! Inmiddels weten we beter.

Het probleem van die patches is hetzelfde als dat van de Horse Guards. Eerst stond er een gebouw, toen kwam de bewaking. Toen de wereld onveiliger werd, bleef het gebouw onveranderd. Alleen de bewaking werd uitgebreid. Dat loopt vroeg of laat spaak. In het geval van het Lagerhuis groeide het risico relatief laat, want het stond er al eeuwen. In het geval van het internet, waar de ontwikkelingen altijd een stuk sneller gaan, groeit de bedreiging ons veel vroeger boven het hoofd.

Kwart gigabyte
Het probleem zit hem in de eigenaren van het gebouw. Die hebben de natuurlijke neiging om hun eigendommetje ongemoeid te laten, en de problemen van buitenaf aan te pakken. Dat veroorzaakt ook die absurde omvang. Windows, ooit het product van een verbouwing van een rammelend software product (DOS) door een middelmatige software bouwer (Microsoft) die het grondprincipe bovendien van een afstand had afgekeken van een beter product (Apple), is op zichzelf al opgezwollen tot een absurde kwart Gigabyte. Om het nog gekker te maken, kregen we kortgeleden een beveiligingsupdate binnengestuurd van bijna 100 Megabyte!

Veel zinvoller is het om die hele handel gewoon overboord te kieperen, en van de grond af iets nieuws op te bouwen volgens de huidige, ver voortgeschreden inzichten. Mocht je daaraan twijfelen, kijk dan maar eens naar het recentste product van Google, hun uiterst nuttige en handige thuiszoekmachientje. Google opereert vanaf een wit stuk papier, en het eerste stukje software waarmee ze ons opzadelen, heeft een omvang van welgeteld 400 kB. Vierhonderd kilobytes! Dat is ongeveer duizendmaal kleiner dan de huidige Windows-plus-bevuiligingsupdates, en vergelijkbaar met de omvang van de eerste DOS-versie, het eerste succesvolle 'Microsoftproduct' (overigens ook gejat, zie Wikipedia en BusinessWeek).

Strikt genomen kun je het Microsoft allemaal niet kwalijk nemen: zij hebben per slot van rekening hun eigen belangen te verdedigen, en dat doen ze goed. Dat Windows en IE niet meer van deze tijd zijn, komt omdat ze er vroeg bij waren. Het zijn producten die allebei uit de begintijd van hun respectieve werkterreinen stammen, en inmiddels weten we veel meer en kunnen we het veel beter en efficiƫnter.

Het einde der tijden
Maar dat neemt niet weg dat het tijd wordt voor een serieuze opvolger van al deze niet meer op zijn taak berekende bloatware. Niet voor niets waarschuwen invloedrijke columnisten zoals Walt Mossberg van de Wall Street Journal en zelfs regeringen zoals de Amerikaanse en de onze tegen het gebruik van bijvoorbeeld Internet Explorer, waarvoor inmiddels een veel veiliger en qua surfbelevenis verreweg superieur alternatief voorhanden is in de vorm van Firefox.

Uiteindelijk is het natuurlijk allemaal een kwestie van commercie en marketingkracht. Microsoft heeft als zittende president daarbij de beste uitgangspositie. Maar ik hoop van harte dat er binnen niet al te lange tijd een Google opstaat (Google zelf, misschien?) met voldoende marketingvuurkracht om binnen afzienbare termijn althans een deel van de inmiddels zeshonderd miljoen internetgebruikers ertoe te brengen hun Windows te vervangen door iets veiligers en bedrijfszekerders.

Zo niet, dan vrees ik dat de Finse professor Hannu Kari, al jarenlang de Nostradamus van cyberspace, gelijk krijgt. Die voorspelt dat binnen twee jaar tijd het hele internet krakend tot stilstand komt onder de verzamelde last van virussen, spam en ander rondvliegende vuilnis. Kari voorspelt dat het in 2006 afgelopen is, en dat we met z'n allen communicatietechnisch twintig jaar zullen worden teruggeworpen als er niet binnen de kortste keren preventieve maatregelen worden genomen.

Heeft Hannu Kari gelijk, of gaat het hier om een door en door versomberde Fin die te lang heeft zitten overwinteren in een donkere blokhut midden in de uitgestrekte Noordse wouden, slechts vergezeld van een snel slinkende wodka-voorraad? De tijd zal het leren. Inmiddels glimlach ik een beetje geforceerd om Microsoft en blijft mijn blik verwachtingsvol gericht op de Googles van deze wereld.