Monday, May 03, 2004

Bèta's

Planet MultiMedia 3 mei 2004

Ik benijd ze niet, die alfa’s. Sinds de komst van PC, Internet en email is de wereld een stuk technischer geworden. Zo technisch dat de eerste de beste Trosjournalist het prijsuitreikingsfeestje van de Librisjury met wat giswerk en een druk op de knop diepgaand kan bederven. Overigens bestond die jury niet alleen uit literati: hij werd nota bene voorgezeten door een van ’s lands bekendste beta’s, Ronald Plasterk. Heeft niet mogen baten. Nee, als alfa heb je het vandaag de dag niet bepaald gemakkelijk.

Behalve kennelijk in Nederland, waar het lijkt alsof alles wat naar bèta riekt het steeds moeilijker krijgt. Wiskunde-, natuurkunde- en scheikundestudenten hebben in ons kikkerlandje de kikkers zelfs verdrongen van het lijstje van met uitsterven bedreigde soorten. En op de ICT-ranglijst zakken we van de 3de naar de 8ste plaats.

Je zou bijna in complotten gaan geloven. Was die Balkenende geen pure alfa? Is hij misschien bezig de bèta's uit ons land te verjagen? Is dat vergezocht? Afgelopen jaar was wat die bèta-studenten betreft warempel zelfs een kleine opleving. Het aantal eerstejaars voor techniek en natuurwetenschappen nam ineens een beetje toe. Gelukkig had het kabinet het tijdig in de gaten en stelde men snel nog minder geld beschikbaar.

Ooit was het allemaal anders en stonden we aan de top. Techneuten en wetenschappers stonden gebroederlijk naast kaas en tulpenbollen als Nederlandse exportartikelen. Die tijd is voorbij. Nederland zakte afgelopen jaar van plaats 3 naar plaats 8 op de ICT-ranglijst die IBM en de Economist jaarlijks samenstellen. Bèta's die nu afstuderen, weten niet hoe snel ze naar de andere landen op de ranglijst moeten vertrekken.

Kansen in de techniek zijn er volop, banen liggen wereldwijd voor het oprapen. Je zou zeggen dat de hedendaagse eindexamenklantjes ondanks het falende Nederlandse overheidsbeleid massaal voor de bètastudies gaan, maar dat blijkt niet het geval. Hoe zou dat komen?

Laatst werd me duidelijk waarom. Ik kwam bij kennissen zo'n aanstaande schoolverlater tegen. Zijn moeder had me al trots verteld dat Jaap zo handig met computers en andere apparaten was. Wat ga je doen, vroeg ik. Technische Universiteit? Wiskunde? “Welnee”, zei hij, “da's voor dodo's”. Bedrijfskunde ging hij doen, want dan werd je veel sneller rijk. En dat met die computers dan, vroeg ik. Toch zonde om dat links te laten liggen?

Hij keek me aan alsof ik van een andere planeet kwam. Welke computers? “Nou jeweetwel”, zei ik, “zo'n ding met een scherm en een toetsenbord, waar je van alles mee kunt doen.” Geen blijk van herkenning. Ik zag dat ik zijn aandacht aan het kwijtraken was. Per slot van rekening was hij zeventien en had het gesprek al drie belminuten geduurd. Downloaden? Probeerde ik. Games? Chatten? Dating?

Maar het was al te laat. Hij wierp een blik op zijn mobiel, zag dat er alweer drie SMS’jes binnen waren en begon driftig te duimen.

En toen begreep ik het. Bèta's, alfa's, het zijn mensen van een voorbije generatie. PC’s, PDA’s, mobieltjes, het zijn huishoudelijke apparaten geworden. Internet is een medium, net als MTV en Idols. ICT is net zo interessant als een opleiding installatietechniek. Balkenendes voorganger en 's lands bekendste draaikont van dit moment, ex-premier en ING-comissaris Wim Kok, heeft een paar jaar geleden al de trend gezet, door publiekelijk te verklaren dat hij dacht dat een muis een soort afstandsbediening was.

En trouwens, als je voortdurend zit te downloaden, surfen en chatten, ga je toch ook geen studie Engels doen?

Vertel dat ’s lands literati maar eens. Die zijn er net aan gewend geraakt dat ze wel eens een toets moeten indrukken, om een email of een rapportje in te zien. En als echte literati hebben ze nog steeds niet geaccepteerd dat bijna alle nieuwe woorden tegenwoordig rechtstreeks uit het Engels worden geimporteerd. We spreken inmiddels geen Nederlands meer, maar Engelands.

De paar Nederlandse woorden die het Engelands nog rijk is, zijn snel uitgelegd. Zo hoorde ik laatst iemand aan een Nederlandse expat vragen wat een Oranjebal eigenlijk was, want Nederlanders in het buitenland spreken dezer dagen over niets anders?

Heel simpel, hoorde ik hem zeggen. Het is een feestje waarbij alle Nederlanders oranje kleren aantrekken en zich als bal gedragen. Aha, dacht ik. Nu begrijp ik ook ineens het idee achter het boekenbal. Kennelijk passen ook de alfa’s zich langzaam maar zeker aan. Binnenkort is er een nieuwe studierichting Engelands.