Friday, April 16, 2004

Weg met de uitvinders

Planet MultiMedia 16 april 2004

Tim Berners-Lee heeft de Millenniumprize for Technology gekregen, omdat hij het World Wide Web heeft uitgevonden, en dat is terecht. Wat mij betreft verdient 'ie er een standbeeld bij ook, zij het dat we in Tims geval dan meer in de richting van iets abstracts moeten denken. Maar Tim is een uitzondering.

Die Millenniumprize - nu voor Berners-Lee - is een soort Nobelprijs, maar dan voor technologie. En niet uitgereikt door Noren, maar door Finnen. Die Finnen zaten er al jaren mee in hun maag dat een Noor de Nobelprijs had uitgevonden en dat een stel dronken Noren jaarlijks met de eer van de uitreiking ging strijken, terwijl zij machteloos aan de zijlijn bleven staan. Technologie was nog vrij, dus vandaar. En bovendien heeft Nokia naar eigen zeggen de mobiele telefoon uitgevonden, dus voor de komende jaren staat er ook nog een stel landgenoten op de nominatie. En da's mooi meegenomen.

Wat is dat toch met die uitvindersclaims? Succes heeft vele vaders. Presidentskandidaat Al Gore maakte zichzelf een paar jaar geleden onsterfelijk belachelijk door de positie als uitvinder van het internet voor zich op te eisen. De opmerking heeft hem nog lang achtervolgd. Het zou mij niet verbazen als het voorval hem niet een of twee tienden van een procentpunt heeft gekost met de presidentsverkiezingen van 2000. Met andere woorden, dan heeft Bush er zijn verkiezing aan te danken.

Een tijdje terug zat ik aan de koffie met een van de vele Direct Marketing-goeroes die Amerika rijk is. Er lopen er heel wat rond, en allemaal eisen ze een stukje van de koek op. De mijne claimde de Frequent Flyer Miles te hebben uitgevonden. Maar dat was toch die vent van American Airlines, Robert Crandall, begin jaren '80? Ja zei hij, maar ik was er ook bij betrokken hoor.

Vroeger was het makkelijker. Edison vond de gloeilamp uit en werd langzaam maar zeker schatrijk met licht. Morse vond de telegraaf uit, en het bijbehorende taaltje noemen we nog steeds Morse-code. Uitvinden was een kwestie van wegkruipen in je laboratorium, garage of hobbykelder en na lang zweten en een paar Aha-Erlebnissen kwam je naar buiten met een vondst.

Tegenwoordig ligt dat allemaal veel ingewikkelder. Alle simpele, recht-door-de-voordeur-vondsten zijn er al. Kom je nu met iets nieuws, dan moet je eerst uitleggen wat het eigenlijk is. Marketing heet dat. En wat je ook nodig hebt, is infrastructuur. Betekent dat je iets hebt uitgevonden dat niet werkt. Er moet eerst nog wat bij worden uitgevonden, als het ware.

En dan is er de 'vormfactor'. Dus als iets al is uitgevonden, dan vind je gewoon een nieuwe vormfactor uit. Da's hetzelfde ding maar dan in een andere vorm. Nokia claimt in 1981 de handtelefoon te hebben uitgevonden. De mobiele telefoon bestond al, dus dat konden ze niet claimen. Nokia maakte 'm wat lichter zodat je 'm met een hand kon vasthouden en hop, de handtelefoon was uitgevonden.

Ik heb een voorstel: we stoppen nu allemaal minimaal tien jaar met uitvinden, en gaan eerst eens rustig toepassen. Er ligt nu zoveel rotzooi in het rond dat we er zelf niet meer wijs uit kunnen. Bluetooth, WiFi, 3G, Internet, alsmaar snellere PCs. Werken doet het allemaal nog voor geen meter. Geruzie over standaards, onstabiele software en verbindingen, apparaten die niet met elkaar communiceren, het is een klerezooi.

Muziek kan allemaal gedownload vanaf het internet. Waar dan? iTunes? Alleen handig als je een iPod hebt. En dan heb je nog een zootje andere sites. Rijp en groen door elkaar, allemaal met verschillende assortimenten en abonnementsmodellen. Laatst nog zo'n WiFi-apparaat gekocht waarmee je gedownload spul op je audio en video kunt afspelen. Duurde twee weken voordat ik de zaak goed en wel aan de praat had en toen werkte het nog maar half.

Mogelijkheden te over, maar dat hoor ik nu al lang genoeg. Maak de pretenties maar eens waar, dames en heren techneuten. En tot het zo ver is, heb ik nog één uitvinding: een apparaat dat volautomatisch zware elektrische schokken uitdeelt aan iedereen die het nog in zijn hoofd haalt de woorden 'ik' en 'uitgevonden' in één zin te gebruiken. De uitvinding heb ik al gedaan; ik zit alleen nog even met de vormfactor.

En intussen gun ik die goeie ouwe Tim Berners-Lee van harte zijn prijs, plus het miljoen dat daarbij hoort. Eindelijk gerechtigheid: Tim, die al die jaren voor een normaal mensensalaris zijn goede werken heeft verricht, is nu rijker dan de meeste van hun voetstuk gevallen dotcom-miljonairs. En nu nog de vormfactor voor zijn standbeeld.