Friday, November 01, 2002

Personal Hell-ectronics, deel III

Planet MultiMedia 1 november 2002

In de twee voorgaande columns kwam de hardware aan bod, achtereenvolgens het mobiele werk en de spulletjes thuis. Tijd om een boekje open te doen over de manier waarop al die aparaatjes worden bediend: de gebruiker-interfaces.

PCs en Windows
Sinds jaar en dag gebruik ik Windows. Vraag me niet waarom. Het zat gewoon altijd op de PCs die ik ter beschikking kreeg, en tegen de tijd dat ik zelf de leeftijd des digi-onderscheids had bereikt, was het te laat. En miljarden met mij. Laten we er niet al te lang bij stilstaan, het heeft toch geen zin. Apple blijft een nicheproduct, Linux gaat de oorlog voorlopig niet winnen. Op termijn misschien wel, maar op termijn worden aandelen misschien ook weer iets waard.

Ik krijg het bijna niet uit mijn toetsenbord, maar op zich heeft zo’n dominante positie toch ook zijn voordelen. Microsoft heeft die positie gebruikt om de absolute bagger waarmee ze de mensheid hadden opgescheept (DOS, Windows 3.1, en vele vele andere) langzaamaan te upgraden tot iets dat halverwege tolerabel is. Ik moet zeggen, er gaan nu wel eens weken voorbij dat mijn Windows XP-PC niet klapt. Bij Windows 98 was dit nog een dagelijks tafereel. De Bond Tegen het Vloeken heeft zichzelf in die periode bijna opgeheven. Zo’n Bond heeft het trouwens niet gemakkelijk. Had je in de jaren zeventig de frisdrankdoppen die niet van de flessen waren te krijgen, in de jaren tachtig en negentig was het Microsft en nu is het Spam dat de oprechte antivloeker het leven schier ondraaglijk maakt.

Zelf gebruik ik het Pro-lid van de XP-familie. Voornaamste reden is de remote control-mogelijkheid die Pro standaard heeft meegekregen (en die in Home ontbreekt), en die je op redelijk eenvoudige wijze in staat stelt om op afstand een aan het Internet hangende PC te bedienen. Ook het driverless aansluiten van apparaatjes is een zaligheid: voor wie het gemier met installatie en opnieuw opstarten jarenlang heeft moeten aanzien, is het een waar genoegen nu echt eens plug-and-play aan het werk te zien als je het modem van je gastheer, een memory-stick of een cameraatje aansluit en de zaak doet het gewoon.

De Update-automaat (overigens niet nieuw in XP – ook W98 bood die mogelijkheid al) is een ‘mixed blessing’. Niet alleen is het handig voor U en mij, ook voor Microsoft is het makkelijk om ook na aflevering nog wat gaatjes te dichten. En dat doen ze dan ook, aan de lopende band. Zou een dergelijke mogelijkheid er niet zijn, dan was de druk veel groter om goed werkende en niet lekkende producten af te leveren.

PocketPC en Windows CE 2002
Voor Windows PC-adepten is de verleiding groot om voor je PDA-tje een interface te kiezen dat grote gelijkenis vertoont met wat je al zolang gewend bent. Microsoft heeft dat goed gezien en levert een compleet systeem af voor handheld-bouwers, bestaande uit een uitgeklede Windows XP-variant, en simpele versies van Word, Excel, Outlook (dat nu ineens om onnaspeurlijke redenen Inbox heet), Explorer en de Media Player. Koop je een Toshiba, een Jornada of een iPAQ, maakt niet uit, het komt allemaal met wat in feite een PocketOffice zou kunnen heten. Alleen Powerpoint ontbreekt, en wat nog merkwaardiger is, Microsoft levert zelfs geen viewer mee. Die kun je trouwens wel kopen voor een gering bedrag op de Microsoft mobile-site. Presentaties maken op je PDA doe je niet zo gauw, mar het is wel handig om reeds gemaakte presentaties onderweg mee te nemen en te kunnen bekijken.

De uitermate simpele Pocket Explorer werkt naar tevredenheid maar hier tekenen zich de beperkingen van het kleine (maar kleurrijke en goed afleesbare) schermpje. Normale webpagina’s zijn allemaal leesbaar maar je scrollt je rot in twee dimensies. In dit gebrek wordt voorzien door Thunderhawk (www.thunderhawk.com) dat een speciale browser op de markt brengt. Thunderhawk kantelt het browserscherm waardoor het breder wordt en je minder vaak horizontaal hoeft te scrollen (wat veel vervelender is dan verticaal), en toont de teksten op de webpagina’s middels een zelfontwikkeld font zowel heel compact als goed leesbaar is. Dit dikt de pagina’s verder in en het eindresultaat is een veel prettiger werkend surf-interface. Negatief aan Thunderhawk is dat men heeft geprobeerd het browserwiel opnieuw uit te vinden. Thunderhawk maakt geen gebruik van de inputmogelijkheden van Windows CE en gebruikt zijn eigen menu’s en on-screen toetsenbord. Dit is onnodig onhandig. Je vraagt je af waarom Microsoft de kantelmogelijkheid niet gewoon in PocketExplorer inbouwt en de slimme fonts van Thunderhawk koopt. Dat zou een wezenlijke toevoeging opleveren aan de PocketPC-surfervaring.

Tot slot is PocketPC redelijk stabiel. Dat wil zeggen, als rechtgeaard product uit de Microsoft-stal stort het met enige regelmaat in elkaar, maar de frequentie valt mee. Ook zijn crashes minder irritant door de korte opsarttijd. Als je dat een paar keer hebt ervaren, besef je pas goed wat voor opgezwollen gedrochten de PC-versies van Windows eigenlijk allemaal zijn. Positief punt is de manier waarop je de Windows Installer op je PC of laptop gebruikt om software op je PDA te installeren. En ActiveSync, natuurlijk, maar dat kwam al eerder aan de orde.

Nokia
Ook mobiele telefoons hebben een Operating System. Dat valt misschien niet direct op omdat ze geen Windows heten en derhalve zonder noemenswaardige ophef of onderbrekingen hun werk doen, maar het is wel zo. Overigens zorgt de gang naar kleurenschermen ervoor dat het mobieltjesinterface op den duur steeds meer op Windows gaat lijken. Dat is goed te zien aan de Ericsson T68 en de nieuwe Nokia 7650 cameratelefoon.

Het beginscherm van de Ericsson vertoont een heus behangetje dat verwisselbaar is en dat we ook van Windows zijn gewend. Beroer je de joystick dan verschijnen bijzonder Windows-achtige icoontjes. Klik je een van die icoontjes aan, dan houdt iedere gelijkenis prompt op en blijkt het veelbelovende beginscherm een vlag die een DOS-achtige modderlading bedekt. Iedereen die lange tijd een Nokia heeft gehad, weet wat ik bedoel: ben je eenmaal aan de soepele samenhang van de Nokia-menu’s gewend, dan is iedere andere menustructuur een domper. Motorola maakt het het bontst: in de tijd dat Nokia nog geen tri-bands maakte en Motorola wel (die waren er al eerste bij met toestelletjes die ook op de Amerikaanse GSM-frequenties werken), heb ik in Amerika menig collega horen foeteren op de huur-Motorola die hij of zij tijdens het verblijf in Amerika in gebruik had.

Ben benieuwd wat Nokia ervan maakt tegen de tijd dat mobieltjes echt grafische interfaces krijgen. Tegen die tijd zal het telefoneren een ondergeschikte functie zijn, vrees ik.

Een internet-jaar is een maand in de werkelijke wereld. Behalve voor Microsoft, lijkt het.