Friday, October 18, 2002

Personal Hell-ectronics, deel II

Planet MultiMedia 18 oktober 2002

Inmiddels beschikken de meeste mensen over een PC of laptop thuis. Velen hebben zelfs allebei, of meerdere PCs. Dan komt een thuisnetwerk in beeld. Is dat nu echt iets voor nerds en techies, of kan iedereen het?

Antwoord: dat laatste. Was het met Windows 98 al een eitje, met Windows XP wordt helemaal de netwerkloper voor je uitgelegd. Aanhaken en klaar. Plug en play begint zelfs op netwerkgebied langzamerhand werkelijkheid te worden. En de aanwezigheid van een internetverbinding geeft alle reden om er een aan te leggen. Internet en e-mail went zo snel, dat je het binnen de kortste keren eigenlijk op iedere PC of laptop verwacht die je aanzet.

Draadnetwerk
Volgende vraag: wat is wijsheid, met of zonder draadjes? Dat hangt zoals altijd van de situatie af. Met twee of meer PCs in huis is draad in de meeste gevallen nog steeds de beste keus, met name vanwege kosten. Dat zit hem niet alleen in de prijs van een draadloos access point (die overigens snel aan het dalen is), maar ook en met name in de kosten per PC. Een gewoon netwerkkaartje kost haast niets meer (en bij veel nieuwe PCs wordt het sowieso al standaard meegeleverd) maar voor een WiFi-kaart voor een PC moet je nog steeds een- a tweehonderd Euro neerleggen. Heb je meerdere PCs, dan tikt dat hard aan. Alleen als de afstanden in huis groot zijn, of als voor een draadnetwerk allerlei barrieres geslecht moeten worden, is WiFi eventueel een goedkopere oplossing.

Docking station
Voor een laptop ligt dat anders. Ten eerste heb je liever geen draden aan je laptop hangen, ten tweede zijn WiFi-kaartjes voor laptop veel goedkoper en tot slot worden veel professionele laptops al met af-fabriek WiFi geleverd. Een alternatief voor een WiFi-laptop is een docking station met daarin een LAN-kaart. Maar neem van mij aan dat het zijn geld niet waard is. Allereerst zit je aan de duurdere docks vast, want er moet een netwerkkaart in gestoken kunnen worden. Ook mis je de mobiliteit in huis, want het docking station is toch weer draadgebonden. En wat nog het meest belangrijk is: je mist de luxe van gratis internet bij allerlei publieke WiFi hotspots, die her en der als paddestoelen uit de grond springen. Datzelfde WiFi-kaartje voor je thuisnetwerk pikt ook die hotspots op.

Draadloos en Ethernet door elkaar
Draadloos dus maar, en WiFi-kaartjes kopen voor alle PCs en laptops? Nee, daarvoor zijn inmiddels betere oplossingen in de markt. Een ideale oplossing voor de thuisgebruiker is een access point/router met ingebouwde Fast Ethernet switch. Klinkt gruwelijk tech, en dan wil ik het nog niet eens over de opeenstapeling van on-Nederlandse omschrijvingen hebben. Maar waar het om gaat is een apparaat dat je aan een netwerkverbinding hangt (ADSL- of kabelmodem, en zelfs een gewone telefoonlijn), dat niet alleen draadloze toegang biedt voor ieder apparaat met WiFi, maar waarin je ook een aantal netwerkkabeltjes kunt steken voor bijvoorbeeld een PC met een netwerkkaart.

Zelf beschik ik over een Linksys met 4-poorts switch, die aan een ADSL-modem hangt. Aan drie van de poortjes hangen twee PCs en een printserver. Langs draadloze weg verbindt het ding ook nog eens mijn laptop en handheld met het internet, de PCs en de printer. Maximaal 256 draadloze apparaten mag je eraan hangen, zegt de handleiding. Zoiets kan alleen door een totale nerd geschreven zijn, denk ik dan.

Zo’n combi-kastje waar naast draadloze ook draadgebonden apparaten op kunnen, kost in de regel ongeveer 50 Euro meer dan een simpel draadloos access point. En dat bespaart een hoop, als je even in aanmerking neemt dat een WiFi-kaart voor je PC een dikke 100 Euro meer kost dan een gewone netwerkkaart, en een WiFi printserver al gauw 200 Euro duurder is dan een gewone printserver.

Beat this, Bill!
Na een klein jaar gebruik heb ik bovendien nog een ander groot voordeel ontdekt. Zo groot zelfs, dat ik me afvraag of je zelfs voor een doodenkele PC niet beter zo’n ding kunt aanschaffen. Dat voordeel heet de Maintain Connection On en het zorgt ervoor dat de Internetverbinding als het maar even kan in stand gehouden wordt, ontzettend handig bij kabel of ADSL, zogenaamde ‘always on’-verbindingen. Always on ammehoela, zul je bedoelen. Storing op de telefoonlijn, stroomstoring of stekker er per ongeluk uitgetrokken, gecrashte PC, provider is even niet thuis, ik heb het allemaal al een of meerdere keren meegemaakt.

Is je Internetverbinding van een Windows-PC afhankelijk, dan ben je aan de haaien overgeleverd. Of eigenlijk aan Bill Gates, dat is die meneer van dat in wezen instabiele besturingssysteem. Crasht de boel, en dat kan je zelfs met XP nog steeds gebeuren, dan moet je na opnieuw opstarten altijd ook weer opnieuw verbinding leggen. En als daarmee iets misgaat, dan is de ellende vaak niet te overzien. Met een router komt de taak van het instandhouden en opnieuw leggen van de verbinding te liggen bij een apparaat dat niet draait onder Windows. En kennelijk is het ook geen ander systeem uit het huis van Microsoft: ik heb nog altijd niet meegemaakt dat het crashte. Sinds de aanschaf en de setup heb ik nooit meer een verbinding hoeven leggen. Hij is er gewoon altijd!

Synchronisatie
Het delen van Internetoegang is niet de enige reden voor een thuisnetwerk. Je zou het met al dat gesurf en gemail bijna vergeten, maar op al die apparaten staan ook nog allerlei gegevens, en het is belangrijk om daar wat orde in te bewaren. Contacten, afspraken, bestanden, de status van een project of een klus waarmee je bezig bent, het zijn niet alleen zaken die je moet opslaan, het zijn ook dingen die voortdurend worden gewijzigd en waarvoor het dus belangrijk is te weten of je de juiste versie te pakken hebt.

Voor PocketPC-bezitters is er Microsofts ActiveSync. Het doet zijn werk automatisch en zonder ophef zodra je de handheld met de PC verbindt. Het enige nadeel is dat het alleen samenwerkt met Microsoft Outlook, en geen haar op mijn hoofd die erover denkt dat ik daar ooit mijn e-mail aan waag. Van lieverlee ben ik Outlook daarom maar als een synchronisatiecentrum gaan gebruiken, mede omdat het een goed en overzichtelijk contacteninterface heeft.

Met een Nokia mobiele telefoon ben ik aangewezen op de Nokia PC Suite voor mijn 6310i. Consistent als ze zijn in vormgeving en menustructuur voor hun mobieltjes, zo grillig gaat Nokia om met synchronisatiesoftware. Ik heb nog niet twee keer dezelfde software kunnen gebruiken voor mijn opeenvolgende modellen, en elke keer is het radicaal anders en afkomstig van weer een nieuwe leverancier. Gelukkig werken ook al Nokia’s pakketten samen met Outlook dus uiteindelijk houd je daarmee alles centraal – en gebackupt, want een mobieltje raak je gemakkelijker kwijt dan andere apparatuur.

Nu alle contacten nog onderhouden. Volgende week meer over interfaces.

Een internet-jaar is een maand in de werkelijke wereld. Soms mag het wat mij betreft best ietsje langzamer.

Friday, October 04, 2002

Personal Hell-ectronics

Planet MultiMedia 4 oktober 2002

Twee weken geleden verketterde ik op deze plek de grote communicatieconcerns die verondersteld worden ons deelgenoot te laten worden van al die mooie nieuwe diensten die de techneuten voor ons hebben ontwikkeld. ‘Verondersteld worden’, want ze doen allesbehalve dat. In plaats daarvan bewegen ze zich met kromme tenen en dichtgeknepen billen door de markt, en zien iedere vernieuwing als een bedreiging waar je het liefst een advocaat op afstuurt. De zere plek werd afgelopen week nog eens pijnlijk blootgelegd in een rapport van KPMG, dat onomwonden stelde dat de platenindustrie (nog zo’n zootje anaal gefixeerde nitwits) tientallen miljoenen spendeert aan lobbyisten en advocaten, maar totaal nalaat om het publiek datgene te geven wat ze willen: digitale muziek.

En wat denk je? Nul reacties. Zip. Zero. Een zichzelf respecterende KPNer bijvoorbeeld, zou zich in zijn eer aangetast kunnen voelen en met een verweer komen. Maar nee hoor, zelfs daarvoor ontbreekt kennelijk het lef en de energie.

Dat is des te opmerkelijker omdat je geen halve zin kunt schrijven over het laatste electronische gadget, of er komen reacties en vragen van geinteresseerde lezers. Met andere woorden, tegenover de lethargie van de providers staat een geinteresseerd en aktief uitproberend publiek. En dat uitproberen valt waarachtig niet mee.

Want wie niet stilzitten, zijn de hardware-fabrikanten. De ene na de andere handheld, mobiele telefoon, of hybride tussenvorm vliegt ons om de oren. Wilt U WiFi in huis? Het aanbod aan access points, routers, hubs en switches en alles wat daar tussenin zit valt niet om door te komen. PC mee op reis? Kies maar: laptop, notebook, mininotebook, minimininotebook, super-handheld, handheld, of communicator. En binnenkort nog de Tablet PC.

Geloof me, ik weet waarover ik het heb. Altijd op reis, ben ik in de loop der jaren zodanig afhankelijk geworden van moderne communicatietechnieken dat ik onmiddellijk bereid ben alles uit te proberen dat een verbetering belooft. En kennelijk sta ik daarin niet alleen. Daarom een overzicht van mijn personal electronics-ervaringen.

Laptop
Zelf zweer ik al jaren bij Toshiba Tecra’s, maar da’s een persoonlijke voorkeur. Waarschijnlijk zijn alle andere A-merken kwalitatief net zo goed. Wel blinken de Tecra’s uit in compleetheid qua externe communicatie. Ze komen allemaal standaard met ingebouwde WiFi, en de meeste ook met pre-wired Bluetooth. Dat eerste is een must, het tweede ook maar alleen als je ook over andere Bluetooth-apparaten beschikt. Daarover later. WiFi in je laptop betekent dat je op een alsmaar toenemend aantal plaatsen het ding alleen maar hoeft aan te zetten en je ben tbreedband online. Vliegvelden, stations, conferentie- en winkelcentra, koffieshops (ik bedoel dan de buitenlandse en niet de Nederlandse variant), en ook thuis, als je een WiFi-netwerk hebt. Maar daarover ook later.

WiFi-kaartje kan toch ook? hoor ik U denken. Ja, maar ingebouwd heeft als grote voordeel dat er geen antenne uit je laptop steekt – die zit namelijk in je scherm verwerkt. Wie al over een niet-WiFi-laptop beschikt, raad ik overigens sterk aan wel zo’n kaartje aan te schaffen en met een nieuwe laptop nog even te wachten tot de Intel Banias-processor er is, ergens medio volgend jaar. Dat is een processor waarin dual-band WiFi (er is al een snellere variant beschikbaar, op een ander frequentieband) al ingebouwd zit, met als grote voordeel minder batterijverbruik (25%), plattere inbouw en een lagere prijs. Normaal is ‘wacht nog even’ een totale dooddoener, maar Banias wordt een wezenlijke verbetering op laptop-gebied.

Mobiele telefoon
Ook hier heb ik een sterke merkvoorkeur, gebaseerd op goede ervaringen met vele voorgaande modellen. Ik zal het merk niet noemen omdat iedereen toch wel begrijpt dat ik het hier over Nokia heb. Het enige waar Nokia bijzonder laat mee was, is tri-band. In Europa hebben we twee GSM-frequenties, in Amerika een derde en als je daar wel eens komt, is tri-band een must. Mijn huidige model is een 6310i, mijn tweede Bluetooth-telefoon, voorafgegaan door een Ericsson T68. Die T68 was trouwens een zware tegenvaller, Nokia’s menu-opbouw is gewoonweg nog steeds de beste en het kleurenscherm met icoontjes begon me al gauw te irriteren omdat het qua gebruiksmogelijkheden absoluut niets toevoegt. Het ding zit er voor de sier op.

Bluetooth is erg handig, op twee fronten. Ten eerste, de koptelefoon. Geen gefiedel met draadjes, telefoon in je zak of op de autostoel naast je en telefoneren maar. Waar je alleen aan moet wennen, is als je met de auto tijdens het gesprek stopt en vervolgens uitstapt en de deur achter je dichtslaat. Is me al twee keer gebeurd, en een Bluetooth-verbinding kan daar niet tegen.

Een tweede, erg handig aspect van Bluetooth komt om de hoek kijken als je een Bluetooth-handheld hebt. Wil je een verbinding leggen om bijvoorbeeld e-mail op te halen, dan hoef je alleen je PDA tevoorschijn te halen en op ‘connect’ te drukken. Geen draadjes, niet precies oplijnen zoals met het vermaledijde infrarood, gewoon aanzetten en inloggen. Zo hoort persoonlijke electronica te werken.

Handheld
Daarmee komen we op de PDA. Ik durf het bijna niet te zeggen, maar het interface van de PocketPC sprak me uiteindelijk toch het meeste aan. Goed scherm, prettig interface en de zaak blijkt redelijk stabiel. Ook werkt de meegeleverde synchronisatiesoftware werkelijk uitstekend samen met Windows. Contacten, afspraken en bestanden worden feilloos gesynchroniseerd zodra je het ding in het meegeleverde oplaadstation zet of onder Bluetooth-bereik brengt. Mijn handheld is een iPAQ 3870, gekozen vanwege de ingebouwde Bluetooth.

Voorts heb ik er nog een ‘rugzakje’ bij gekocht, waarin een PC-kaartslot en – prettig en noodzakelijk – een extra batterij. Het PCMCIA-slot is standaard bezet met een Nokia C110 WiFi-kaartje, waarmee ik probleemloos op alle draadloze netwerken inlog die me voor de voeten komen. Groot nadeel is dat door dat alles omvang en gewicht meer dan verdubbelen – hier zal inbouw af-fabriek in toekomstige generaties grote voordelen opleveren. En als ik nu opnieuw een WiFi-kaartje moest kopen, zou ik overigens geen Nokia maar een Compaq kopen. Niet omdat de Nokia niet voldoet, maar omdat een WiFi-kaart van hetzelfde merk in de meegeleverde software een beveiliging bevat die voorkomt dat de kaart de PDA-batterij leegtrekt. Dat laatste is lastig, want kan verlies aan data opleveren.

Een punt van kritiek is overigens die batterij. Weliswaar kom je in de regel de dag wel door met een batterijlading, maar waarom in hemelsnaam geen verwisselbare, zoals in alle mobieltjes vanaf de oudheid het geval was? De enige die dit begrepen heeft, is Toshiba die PocketPC-handhelds levert met verwisselbare batterij.

En tot slot loont ook hier nog even wachten op de volgende generatie, met ingebouwde WiFi en Bluetooth – EN een verwisselbare batterij, naar ik hopen mag. Is aan al die voorwaarden voldaan, dan hoef je er ook geen rugzakje meer bij te kopen en past het ding zelfs in een overhemd-borstzakje.

Volgende week meer. Dan komen de perikelen rond draadloze thuisnetwerken aan de orde, en de software waarmee je al die apparaten aan elkaar hangt.

Een internet-jaar is een maand in de werkelijke wereld. En de Wet van Moore blijft opgaan.